Alles wat Don Duyns (Haarlem, 1967) aanraakt verandert in goud. Dit zondagskind heeft al menig levens geleefd. Op de middelbare school dacht hij striptekenaar te worden. Uiteindelijk is hij, na een studie theaterwetenschap aan de UvA, uiterst succesvol geworden als theatermaker en –schrijver. Toch kan hij het tekenen niet laten.
Maandelijks verschijnt er een tekening van jou in de Staatskrant. Waarom kan jij het tekenen niet laten?
Schrijven is een drift, dat doe ik al mijn hele leven, maar tekenen ook. Van de strips voor de schoolkrant op de middelbare school tot karikaturen van medestudenten later en droedels tijdens vergaderingen; ik heb altijd getekend. Het is alleen sinds een paar kaar serieuzer geworden, met exposities van mijn werk in oa theater Bellevue en Huis de Pinto.
Wat zijn jouw favoriete strips? En kunstenaar?
Alles van Moebius alias Giraud vind ik prachtig, zowel de cowboystrip Blueberry als de science fiction-comics. Dezelfde man kon in twee volkomen verschillende stijlen tekenen, meesterlijk. Verder het werk van Herr Seele en Kamagurka, Cowboy Henk. En in Nederland waardeer ik tekenaars als Hanco Kolk en Aimee de Jongh.
Eigenlijk ben je bekend geworden in de theaterwereld. Heb je daar nog wel tijd voor en plezier in?
O zeker! Net nog ‘The Neverending story’ bewerkt voor het Filiaal in Utrecht. En altijd heel veel plezier in mijn projecten met Pieter Kramer, waar ik mee werk sinds ‘Lang en gelukkig’. Naast theater schrijf ik ook voor film en tv en het gekke is: juist als je meer doet, lijk je meer tijd over te houden. Ik weet ook niet waarom dat zo is. Naast hard werken hou ik overigens ook erg van luieren en naar passerende mensen kijken. Die ik dan later – uit mijn herinnering – eventueel kan tekenen. Of mijn hoofd wel ‘s stil staat? Als ik slaap wellicht, hoewel ik tamelijk epische dromen heb, met spelshows en levensgevaarlijke uitdagingen.
De afbeeldingen die uit jouw tekenstift vloeien hebben soms met de realiteit te maken, maar af en toe zijn het ook krankzinnige fantasmagoria. Hoe zou je jouw tekenwerk omschrijven?
Als ‘net verschoven werkelijkheid, richting absurdisme’. Mijn schilderende buurman noemde me ooit een ‘authentiek Primitief’, daar ben ik ook tevreden mee.
Als ik begin te tekenen of schilderen probeer ik mijn ‘hoofd open te zetten’, of zoals dichter Johnny van Doorn het zo mooi zei: de geest te laten waaien. Dat daarbij intuïtieve oerangsten en soms angstaanjagende gestaltes hun weg op het papier of doek vinden, beschouw ik als een mooie extra. En absurd? Ja dat is het leven inderdaad, maar dat maakt het juist waard geleefd te worden.
Waarom heb je die behoefte om een eigen universum te scheppen? Wat wil je met jouw tekeningen communiceren?
Wat ik precies wil communiceren weet ik niet, wel geloof ik dat ik zowel wil vermaken als verontrusten. Een eigen universum scheppen geeft me rust in mijn kop, het maakt de dingen beheersbaar. Of beheersbaarder in elk geval. De hoop is natuurlijk altijd dat anderen iets in dat persoonlijke universum herkennen en bv iets van je willen ophangen in hun kamer.
Je woont al lang in West, aan de rand van het verspreidingsgebied van de Staatskrant. Hoe bevalt het leven je in westelijk Mokum? Waar kom je graag in jouw buurt?
West is top, de Staatsliedenbuurt ook trouwens. Ik ben echt een ‘Ten Kate markt-loper’, dat verveelt me nooit. En de mensen in West zijn uiteenlopend genoeg om de buurt levendig te houden.
Wat mis je in de buurt? Wat zou West nog kunnen gebruiken?
Ik mis eigenlijk niks, op dit moment.
Voorheen kreeg je de Staatskrant wel eens onder ogen, je kende ook de vorige cartoonist Esther van der Krol. Wat betekent de/een buurtkrant voor jou?
Het is bijzonder dat de Staatskrant al zolang zijn kwaliteit en eigenzinnigheid weet te bewaren. Er staan altijd bijzondere individuen in. Ik hou erg van de tekeningen van Esther van der Krol, jammer dat ze buiten de stad is gaan wonen en gestopt bij onze Krant.
Je tekeningen verschijnen ook in andere publicaties en je exposeert jouw werk overal en nogwhere. Waar zal je nog graag eens willen hangen of in publiceren? Of begin je een eigen Don Duyns-museum?
Haha een eigen museum niet, maar Herr Seele heeft me een expositie in Oostende beloofd en ik hoop dat dat er ooit van komt. Verder zijn er plannen voor een groepstentoonstelling in de Moving Galery in Utrecht. Maar het Stedelijk is ook altijd welkom hoor.